donderdag 9 augustus 2012

Verkenning Kampot en Kep

De dag zag er stralend uit. Veel zon en wat wolkjes. Ideaal licht voor mooie foto's. Van Kep naar Kampot is het ongeveer 25 km. Dit is zowat een rechte baan. De weg is schitterend met aan weerszijden rijstvelden waar men momenteel druk bezig is met het uitzetten van nieuwe plantjes. Dit is zeer zware arbeid als je weet dat ze dit overdag doen in volle zon en altijd met de voeten in het water en wat nog het lastigste is, is dat ze steeds voorover gebukt staan om de plantjes vast te zetten in de velden die vol water staan.
Maar ondanks het zware werk, blijven ze vriendelijk en werpen ze je steeds een vriendelijke lach toe en zwaaien ze een beetje terughoudend, een lachje onderdrukkend. Heerlijke mensen.
Mijn overbuur op het werk zwaait nooit naar mij of lacht mij niet toe laat staan dat hij zou zwaaien naar een voorbijganger. De enige mensen die bij ons nog zwaaien zijn schippers die je passeert als je fietst op een of andere oever in ons vlaamse land of een metser op een stellage die nageniet van een bevallige deerne die passeerde, die hij zojuist nafloot.
Het was heet vandaag, zeer heet. In Kampot vluchtten we de lokale markt in om ons te beschutten tegen de zon. Dergelijke marktjes hebben altijd wel iets te bieden: rare potten met de vreemdste vloeistoffen die meer doen denken aan hetgeen Koen de laatse dag zijn darmen liet ontsnappen, rare stukken vlees die liggen te dampen en waarop vliegen een gastronomisch weekend nemen, rare groenten, rare mensen, waarschijnlijk ook rare 'wij' in de ogen van die Cambodjanen omdat we het heerlijk vinden al die rare dingen vast te leggen met onze camera. Je ziet ze het zo denken: wie neemt nu een foto van een stuk vlees, een groente of een pot met bruine viesruikende vloeistoffen? Toeristen, inderdaad. Ze zouden ze misschien ook beter verkopen op die marktjes. De Cambodjanen of Kenianen of andere anen zouden er dan misschien foto's van nemen.
Na de markt nog snel een colaatje bij een of andere uitgeweken chinees en dan op weg naar de peperplantages van Kampot. Onderweg nog ergens een noodle soepje naar binnen gewerkt.
Peper is een plant die net als prinseskes of hop op draden aan palen naar omhoog groeit. Het kan ook andersom zijn want doordat ze de l en de r niet goed uitspreken versta je natuurlijk niet alles ;-) Veel stelt zo'n plant niet voor maar toch is wat hetgeen er op groeit wereldbekend en wordt deze peper gegeerd door de grootste restaurants ter wereld. Onthouden: Kampot pepper.
Het bleef heet vandaag, zeer heet. Na alles maar dan ook alles te weten zijn gekomen over de peper reden we terug langs de mooie rijstvelden, mooie paalwoningen, mooie vergezichten, mooie wuivende lachende werkende Cambodjaantjes, mooie palmbomen, mooie stapelwolken, mooi, mooi, mooi... en mijmerend omdat het hier bijna gedaan is in dit schitterende land met zijn dramatisch verleden.
Maar eerst nog twee dagen genieten van rust en nog een wandeling in Kep National Parc. 's Avonds gingen we eten op Kep Crabmarket maar dat was een verdeeld succes. Annick bestelde een krabschotel maar daar lag zoveel ajuin op dat het eigenlijk ajuin met een krabje was. Deze morgen werd ik wakker naast mijn bed. Ik was er uit geblazen...van de airco wel te verstaan. Koen hield het nog rustig om zijn darmen te sparen, Hilde had een zeer lekkere curry en ik at jumbo bbq prawns die zo jumbo waren dat ik na 5 minuten al begon te denken aan het ontbijtbuffet.
De dag werd besloten met een wijntje in onze, jawel, gigantische veranda. I love Cambodia.
(foto's volgen).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten